actueel

‘Het is niet rechtvaardig om van iedereen evenveel veerkracht te verwachten’

De term veerkracht is ‘in’, ook in het domein van zorg en welzijn. Het gaat over het omgaan met tegenslagen en het inschakelen van hulpbronnen. Maar hoe kun je als professional de veerkracht van mensen vergroten? Onder meer door op individueel niveau ‘het andere gesprek’ aan te gaan en op collectief niveau mensen in een wijk te verbinden, zo klonk het op 20 april tijdens het zevende Leeratelier Positieve Gezondheid.

Maja Ročak, lector Sociale Veerkracht bij Sociale Studies aan Fontys Hogeschool: “Veerkracht is een begrip dat overal klinkt, onder meer in beleid, interventies, onderzoek en literatuur. Zelfs Koning Willem-Alexander benoemde veerkracht tijdens Prinsjesdag”, zo sprak ze tegenover de circa 60 deelnemers aan de online bijeenkomst. ‘In onzekere jaren hebben onze ouders en grootouders gezamenlijkheid en veerkracht getoond. Van ons wordt nu, onder heel andere omstandigheden, hetzelfde gevraagd’, zo citeerde Ročak Koning Willem-Alexander tijdens zijn Troonrede in 2022.

Dat veerkracht een populaire term is, wekt volgens de lector geen verbazing. “Er zijn veel uitdagingen in de samenleving die om veerkracht vragen. Er zijn allerlei crises, denk aan covid, energie, vluchtelingen, toeslagen, aardbevingen, stikstof, inflatie en het woningtekort. Er zijn veel voorbeelden van tegenslagen die grote groepen mensen hebben getroffen, waarvan ze nog steeds de gevolgen ondervinden.”

Omgaan met tegenslag

Veerkracht en tegenslag zijn dan ook twee kanten van dezelfde medaille, aldus Ročak. “Veerkracht is nodig om met tegenslag te kunnen omgaan. Tegenslagen zijn immers niet allemaal te voorkomen of op te lossen. Daarnaast, een situatie die door de ene persoon als tegenslag wordt ervaren, hoeft geen tegenslag te zijn voor iemand anders. Als een koelkast kapot gaat, is dat voor de één hooguit vervelend terwijl het voor een ander misschien wel betekent dat hij of zij minder te eten heeft of een hogere schuld krijgt.”

Voor professionals is het belangrijk om twee soorten tegenslag te onderscheiden. Ročak: “Je hebt acute tegenslag, bijvoorbeeld een natuurramp, en chronische tegenslag dat langdurig van aard is. Als er bijvoorbeeld vanaf de geboorte sprake is van armoede in iemands leven, druppelt dat vaak door in schoolprestaties, werk et cetera. Natuurlijk zijn er uitzonderingen, maar op structureel niveau zie je wel bepaalde patronen over generaties heen.” Andersom is er ook sprake van factoren die bijdragen aan veerkracht, aldus de lector. “Dat je bijvoorbeeld genoeg geld hebt voor huiswerkbegeleiding, om te sporten of goed te eten.”

Kritisch zijn op veerkracht

Bij sociale veerkracht, het lectoraat van Ročak, kijk je verder dan het individu. “Veerkracht gaat ook over de omgeving. Wie kan je helpen, welke hulpbronnen heb je? Veerkracht ontstaat in interactie met anderen: in een groep, in de samenleving.” Wat dat betreft zijn er gelijkenissen met Positieve Gezondheid, aldus Ročak. “Ook daarbij kijk je verder dan alleen het individu en betrek je de omgeving erbij.”

Het is volgens Ročak belangrijk om kritisch te zijn op veerkracht. “Tegenslagen en hulpbronnen zijn niet gelijk verdeeld. Dat heeft invloed op iemands veerkracht. Het is niet rechtvaardig om van iedereen evenveel veerkracht te verwachten. Ik kan me voorstellen dat jullie bepaalde patiënten, cliënten of inwoners kennen van wie veel veerkracht wordt gevraagd terwijl ze over weinig hulpbronnen beschikken. Het is goed je daarvan bewust te zijn.”

‘Zonder hulpbronnen lastig om veerkrachtig te zijn’

Ročak ziet veerkracht dan ook als een proces van het omgaan met tegenslag en het inschakelen van hulpbronnen, niet als een toestand of een uitkomst. “Veerkracht wordt vaak als wenselijk gezien, maar de consequentie daarvan is dat vooruitgangsdenken de norm wordt. In de literatuur wordt veel geschreven over veerkracht als onderdeel van een neoliberale agenda. Dat je als individu zelf verantwoordelijk bent voor succes en tegenslag. Maar je kunt ook pech hebben, al is het maar door de plek waar je wordt geboren. Ik vind het belangrijk dat professionals oog hebben voor dit rechtvaardigheidsvraagstuk.”

Ročak wierp ook de vraag op of het nog is toegestaan in onze samenleving om niét veerkrachtig te zijn. “Sommige mensen kunnen niet mee in het normatieve pad dat we voor hen uitstippelen. Is dat toegestaan en hoe dan? Sowieso moeten we opletten dat veerkracht niet alleen beleidstaal is, maar dat we vooral goed luisteren naar wat mensen zelf belangrijk vinden en wat je daarmee kunt als professional, gebruik makend van mensen of middelen in hun omgeving. Want zonder hulpbronnen is het lastig om veerkrachtig te zijn.”

Veerkracht is een ‘sticky concept’, was Ročak van mening. “Het blijft plakken, iedereen wil er iets mee. Zo vormt het een brug naar andere professionals en naar beleid. Datzelfde zie je bij Positieve Gezondheid. Ook dat kun je als brug gebruiken om mooie dingen te bereiken.”

Voorbeelden van verbinding in de wijk

Na de presentatie van Ročak gingen de deelnemers aan het Leeratelier in break-outsessies uiteen om het thema veerkracht verder uit te diepen en voorbeelden te delen met elkaar. Veerkracht heeft veel te maken met verbinden, vertelde een welzijnsprofessional. “In ons kantoor hadden wij leegstaande ruimte waar mensen uit de wijk welkom waren. Buurtbewoners zochten elkaar vervolgens ook daarbuiten op en zo ontstond er een netwerkje.” Een ander: “Mensen hebben een aanleiding nodig om iets te gaan doen. Ik ken een voorbeeld van een bewoner die voorstelde om te gaan vissen. Dat gebeurde en als vanzelf ontstond er sociaal contact waar zelfs vriendschappen uit ontstaan zijn.” 

In een andere sessie over veerkracht in de wijk ging het vooral over een collectieve aanpak van veerkracht. “Door een collectief aanbod te organiseren help je individuele bewoners niet alleen met hun problematiek, maar breiden zij ook hun sociale netwerk uit en kunnen ze ideeën uitwisselen”, aldus een deelnemer. “Ook hebben bewoners door het collectieve aanbod door dat zij niet de enigen zijn die soms wat ondersteuning nodig hebben.” Verschillende voorbeelden passeerden de revue, zoals koffie bij de kerk, burenhulp, ontmoeting door het gezamenlijk uitdelen van kerstbomen en een ‘Bakkie Aandacht’. Om dergelijke initiatieven te laten slagen, zijn tijd, aandacht, geduld, vertrouwen en vrijwilligers nodig, zo somde een deelnemer op. “En het inschakelen van welzijnsprofessionals. Als de verbinding tussen bewoners eenmaal is gemaakt, kan de hulpverlener er tussenuit stappen.”

De discussie in een andere groep spitste zich toe op problemen bij jongeren. “We zien dat steeds meer jongeren niet kunnen omgaan met gevoelens en dat normen vervagen. Dat leidt soms tot excessen”, vertelde een deelnemer aan de sessie. “Ook valt het op dat leerlingen en studenten minder weerbaar zijn. Tegelijkertijd ligt de lat voor hen tegenwoordig hoog, dat heeft ook invloed. De stress die ze ervaren kan zich uiten in niets doen, afhaken of extreem gedrag, waarbij je ziet dat jongeren andere jongeren met vergelijkbare problemen opzoeken.” Om deze jongeren te helpen kan onder meer een weerbaarheidstraining of Positieve Gezondheid als gesprekstool worden ingezet, zo klonk het.

Het andere gesprek

In een sessie over ‘het andere gesprek’ werd gewaarschuwd voor de repareerreflex. “Enerzijds zeggen we dat de probleemhouder de regie heeft en anderzijds geven we nog veel adviezen. We moeten ‘zorgen dat’ in plaats van ‘zorgen voor’. Dat kan door open vragen te stellen, aandachtig te luisteren en onze oplossingen te parkeren. Ga het andere gesprek aan, maar leg de regie wel bij de cliënt. De insteek ‘wij gaan je helpen’ werkt niet.”

Er zijn vaak meerdere gesprekken nodig om goed in beeld te krijgen wat er speelt bij een persoon en om zijn of haar vertrouwen te winnen, zo gaf een deelnemer aan. “Ga daarbij op een positieve manier uit van wat iemand al kan en waar ‘het zonnetje’ zit, om te proberen die feller te laten schijnen.” In de sessie kwam ook het aanboren van hulpbronnen ter sprake. “Het is belangrijk dat professionals elkaar weten te vinden. Dat zorgt ervoor dat iemand niet blijft ronddwalen tussen instanties, maar goede stappen kan zetten. Ook hierbij geldt: je leert door te doen.”

Leeratelier in 2023
In 2023 vinden er nog twee Leerateliers plaats. De eerstvolgende is een online bijeenkomst op donderdag 28 september, waarna er op donderdag 7 december een fysieke bijeenkomst van het Leeratelier wordt georganiseerd. Noteer deze data alvast in je agenda!

Leeratelier Positieve Gezondheid
Het Leeratelier Positieve Gezondheid is een initiatief van de Alliantie Positieve Gezondheid Zuid-Holland Noord in samenwerking met de Werkplaats Sociaal Domein Den Haag en Leiden. Dit initiatief staat open voor (zorg- en welzijns)professionals, beleidsmakers, bestuurders en inwoners uit de regio Zuid-Holland Noord, die gestart zijn en/of werken vanuit het gedachtegoed Positieve Gezondheid. Het doel van dit Leeratelier is om van elkaar te leren en zo elkaar te versterken. 
 

Top