Huisartsen in Nederlandse achterstandswijken luidden de noodklok. De werkdruk is structureel te hoog en patiënten in achterstandswijken hebben aanzienlijk meer lichamelijke en psychische problemen. Zij vinden dat de vergoeding voor achterstandswijken eerlijker moet worden. Nu hebben zij te weinig tijd en middelen om hun patiënten goede zorg te kunnen bieden. Erik Pleij is huisarts in de achterstandswijk Ridderveld in Alphen aan den Rijn. Hoe ervaart hij die werkdruk?
Huisartsen in achterstandswijken in de vier grote steden staat het water aan de lippen. Ervaar jij, als huisarts in de wijk Ridderveld in Alphen aan den Rijn, dezelfde werkdruk?
“Of onze werkdruk als even hoog wordt ervaren, vergeleken met die van onze Rotterdamse collega’s, weet ik niet. Het lijkt mij van niet omdat de achterstandswijken in Rotterdam meer armoede, en daarom meer sociale problematiek, herbergen dan in Alphen. Desondanks vind ik dat de werkdruk wel toeneemt. Naar mijn gevoel zit dit ‘em vooral in de toename van het aantal complexe consulten, veelal met een taalprobleem. Niet zozeer in het aantal consulten als totaal.”
Kun je hier een voorbeeld van geven?
“In de zorgprogramma’s zitten relatief veel mensen met een lage sociaal-economische status. Dit is veelal het gevolg van de ongunstige leefstijl van deze groep. Bij zorgprogramma’s als diabetes en COPD staat zelfmanagement centraal, wat juist bij deze groep weer nieuwe vragen en problemen oproept. De armoedeproblematiek is voor deze lage SES-groep niet minder geworden, en tegelijkertijd worden er meer eisen aan hen gesteld dan voorheen.”
‘Gewoon meer tijd voor kwetsbare patiënten is toch altijd nog het beste begin voor goede hulpverlening’
“Daarnaast zijn de wachtlijsten voor de GGZ (vanwege bezuinigingen) fors opgelopen, wat weer allerlei vormen van overbruggingscontacten door de huisartsen noodzakelijk maakt. De nieuwe groep migranten spreekt erg slecht Nederlands (Syriërs en Eritreeërs), juist in deze groep schuilt nogal wat psychische problematiek. De verwijsmogelijkheden voor deze groep mensen is beperkt. Het spreekt vanzelf dat bovenstaande factoren bijdragen aan een toename van de druk op de eerstelijnszorgverleners.”
Huisartsen zien landelijk een oplossing in een nieuwe regeling die voorziet in een ruimer budget en die rekening houdt met de verschillen in zorgzwaarte per patiënt. Zou dit volgens jou een oplossing zijn?
“Dat hangt er maar helemaal van af. Hoe groter het aandeel van mensen met een lage sociaal-economische status in je praktijk, des te meer tijd zou je ter beschikking van de patiënt moeten hebben. Een gedeelte van het bedrag zou je eigenlijk zelf moeten kunnen besteden aan extra FTE voor huisartsen en assistentes. Nu mogen de gelden van het achterstandsfonds slechts projectmatig besteed worden. Natuurlijk helpt dat die kwetsbare groep wel bij hun problematiek, maar gewoon meer tijd voor kwetsbare patiënten is toch altijd nog het beste begin voor goede hulpverlening.”
Het beheer van het Achterstandsfonds in de regio Zuid-Holland Noord wordt uitgevoerd door Reos. Adviseur Marieke van Schie coördineert in opdracht van het Achterstandsfonds projecten.