actueel

Toekomstbeeld ketenzorg: doorontwikkeling naar integrale zorg?

In de afgelopen jaren zijn ketenzorgprogramma’s ontwikkeld om aan chronische patiënten in de thuissituatie de juiste – multidisciplinaire - zorg te bieden tegen lagere kosten. Deze programma’s hebben veel opgeleverd, maar nu is doorontwikkeling nodig om de toenemende vergrijzing en de problemen in de zorg het hoofd te bieden. Reos heeft gekeken of hierop een visie kan worden ontwikkeld. We gingen daarover in gesprek met professionals en betrokken literatuur met nieuwe inzichten daarbij. Dat leverde een verrassend gezamenlijk toekomstbeeld op met de nodige vragen en dilemma’s over hoe daar te komen. We gaan hierover in 2020 graag verder in gesprek met zorgprofessionals, zorgorganisaties, zorgnetwerken, zorgverzekeraars en gemeenten.

In de zorg verschuift de focus van ‘ziekte en zorg’ naar ‘gezondheid en gedrag’. Daarbij passen ook de introductie en toepassing van concepten zoals positieve gezondheid, value based health care en persoonsgerichte zorg. Zorgverzekeraar Zorg en Zekerheid wijzigt in 2020 ook het inkoopbeleid multidisciplinaire zorg 2020, waarbij de ambitie is een meer generiek aanbod in de eerstelijnszorg te realiseren en de silo’s in de ketenzorg te verminderen. Maar hoe ziet dat verminderen van silo’s in de praktijk er dan uit? En welke beelden zijn er over ‘integrale zorg’? Daarover spraken wij met achttien professionals.

Koester de opbrengsten van de ketenzorgprogramma’s

Een belangrijke constatering is dat de opbrengsten van de ketenzorgprogramma’s gekoesterd moeten worden. Onze gesprekspartners noemden daarbij  het multidisciplinaire karakter, proactieve en eenduidige hulpverlening, het beter in kaart hebben van chronische patiënten en goede afspraken tussen eerstelijns- en tweedelijnszorg.

Wat kan er anders of beter?

Uit de gesprekken komt een aantal duidelijke verbeterpunten voor ketenzorg naar voren:

  • Meer persoonsgericht zorg bieden: niet de streefwaarde voorop, maar individuele doelen van de patiënt.
  • Het multidisciplinaire karakter verder versterken.
  • Meer en direct vanaf de start transmuraal.

Uit de gesprekken blijkt ook dat het grootste deel van de ketenzorg gaat over leefstijladvisering. Het is een optie dit generiek te organiseren en aan te vullen met modules voor aandoeningen. Dat sluit ook mooi aan op het gedachtengoed van Positieve Gezondheid, omdat de focus verschuift van aandoening naar leefstijl.

Van ketenzorg naar integrale zorg – en wat is dat dan?

We vroegen onze gesprekspartners naar hun visie op ‘integrale zorg’. We hadden verwacht dat deze visies uiteen zouden lopen, maar er een verrassend algemeen beeld naar voren:

“Bij integrale zorg staat de patiënt centraal in een netwerk van professionals, die goed samenwerken over de domeinen heen en met een ‘360 graden-bril’ samen zorg op maat bieden.”

Alle geïnterviewden gaven daarbij aan dat daarvoor netwerkzorg nodig is; ketenzorg wordt nog teveel als ‘het doorschuiven van patiënten’ gezien. Men was het er over eens dat in ieder geval de eerstelijn en tweedelijn onderdeel zijn van integrale zorg, maar over of de nuldelijn er ook bij hoort zijn verschillende opvattingen. In ieder geval verandert de patiëntrelatie veranderen met name door de brede blik en intensievere samenwerking, waardoor de patiënt minder zal merken van de overgang tussen professionals. Ook ondersteuning door middel van eHealth is een belangrijk onderdeel van integrale zorg, waarbij er meer aandacht is  voor wat de patiënt zelf wil en kan doen.

Hoe kun je de ontwikkeling naar integrale zorg inzetten?

Uit de gesprekken komt duidelijk naar voren dat er regie nodig is om door te ontwikkelen van ketenzorg naar integrale zorg, omdat een organische groei te langzaam gaat. Daarbij wordt wel gepleit om te starten vanuit de inhoud en dus vanuit de zorgpartijen zelf: bestuurlijke platforms, ketenzorgorganisaties, zorggroep en projectleider/procesbegeleider worden daarbij genoemd.

Financiering kan gezien worden als beperking, maar zou niet het struikelblok moeten zijn. De juiste financiële prikkels zijn nodig om daadwerkelijk integrale zorg te gaan realiseren, maar vrijwel alle gesprekspartners verkiezen de ‘wortel’ boven de ‘stok’. Volgens hen willen koplopers vooral een positieve prikkel.

Reos verwacht dat deze ontwikkeling vooral op (sub-)regionaal niveau gaat plaatsvinden, waarbij zorggroepen en regio-organisaties een cruciale rol spelen. Na het formuleren van een gezamenlijke ambitie kan dit op verschillende manieren vorm krijgen, bijvoorbeeld in een gezamenlijk project, ketenzorg plus, MDO-structuur, pilot of programma.

Wat kan Reos bieden?

We merken dat er veel interesse is in het thema integrale zorg en er ook animo is om concrete stappen te gaan zetten in de regio. Ons standpunt is dat er eerst over de inhoud bij zorgpartijen goede dialoog gevoerd zou moeten worden. De mogelijkheden van een positieve financiële prikkel kan daarna gaan volgen in gesprek met zorgverzekeraar en anderen. Ook de gemeente kan als partner in dit proces worden betrokken, die nu veelal nog niet als samenwerkingspartner wordt opgemerkt. De ontwikkeling begint dus bij zorgprofessionals, zorgpartijen of samenwerkende zorgpartijen. Wij kunnen hen ondersteunen bij het bepalen van het ambitieniveau en de uitwerking. Daarbij zien we het enthousiasme van mensen als de belangrijkste succesfactor voor resultaten op de lange termijn.

Wil je een dialoog organiseren over de ontwikkeling van ketenzorg naar integrale zorg of daar met je eigen organisatie mee aan de slag? Neem dan contact op met Reos-adviseur Conny  Moons, via 06 18 42 61 27 of cmoons@reos.nl.

Top