actueel

Gezond Samen Leven: ‘Met alleen aanbod, komen we er niet’

Gezond Samen Leven. Daar gaan we voor als Stichting Lijn1. We jagen aan, verbinden en maken zichtbaar. In deze serie vertellen mensen over hun bijdrage aan een duurzame en gezonde samenleving. Welke bouwstenen zijn er nodig? En hoe doen we dat met elkaar? Paul Mulders (79) neemt deel aan een Droomwijk-groep in Bouwlust: ‘Ik ben graag lekker bezig’

 

We spraken eerder met Loes Hulsebosch over het project Droomwijken, waarom doet u daaraan mee?

‘Ik ben nieuwsgierig, altijd al geweest. Sinds mijn 61e werk ik niet meer en ben ik vrijwilligerswerk gaan doen voor de bewonerscommissie. Vanuit mijn brede interesse doe ik graag mee met activiteiten in de wijk. In de Droomwijk-groep praten we met elkaar over van alles en nog wat, dat inspireert me en daar leer ik weer van.’

Wat betekent Gezond Samen Leven voor u?

‘Bij ‘gezond zijn’ denk ik in eerste instantie aan niet ziek zijn. Maar daarnaast is een opgeruimde geest belangrijk. Belangstelling hebben en houden voor van alles en nog wat. Je betrokken voelen, bij kinderen en kleinkinderen, maar ook bij je omgeving. Ik loop met een groepje buren een keer per week een rondje door de buurt. Dan kijken we of de lantaarns branden, of er geen grofvuil staat. Met dat sociale gevoel ben ik opgevoed en zo wil ik dat zelf ook doorgeven.’

Inspireert u daar anderen mee?

‘Nou, niet altijd hoor. Het zal veel mensen eigenlijk een zorg wezen. En hoeveel ik ook opruim, mensen blijven toch troep neergooien. Mijn buren verklaren me soms voor gek als ik weer aan het rapen ben. Maar ik doe het toch. Dat een ander het niet doet, weerhoudt mij er niet van om het wel te doen.’

U maakt zich graag nuttig.

‘Ja, ik zou me geen raad weten als ik dat niet meer kan doen. En ik doe heus niet alleen dingen voor anderen hoor. Ik hou erg van creatief bezig zijn, tekenen, schilderen of boetseren.’

Toch is er veel eenzaamheid onder ouderen, ziet u dat ook?

‘Ja, sommige mensen zien nooit iemand. Er komt geen bezoek en ze gaan zelf nergens heen. En dat terwijl er heel veel activiteiten zijn, georganiseerd vanuit de gemeente en stichtingen.

Vanmorgen was ik nog met mijn vrouw naar de participatiekeuken, hartstikke gezellig en je kunt er lekker eten. Nu ga ik wat mensen in de buurt enthousiast proberen te maken om mee te gaan. Vaak is juist die eerste keer een drempel. Daar wil ik dan best bij ondersteunen.’

Maar waarom is al dat aanbod dan niet genoeg?

‘De maatschappij is veranderd. Ik ben opgevoed met gemeenschapszin, maar mensen lopen hier langs elkaar heen, terwijl ze al vijftien jaar in dezelfde flat wonen. Als ik ‘goedemorgen’ zeg, schrikken ze soms gewoon. Jongeren zullen niet snel met mij een praatje maken.

Dat vind ik jammer, ik ben eigenlijk wel benieuwd wat hen bezighoudt. Maar mensen zijn erg met zichzelf bezig en hebben weinig ruimte voor een ander. Daar kan al dat aanbod weinig aan veranderen. We moeten eigenlijk vooral een maatschappelijke omslag maken, waarin we anders naar elkaar leren kijken.’

Top