actueel

Netwerkkaart: ‘Netwerken zien wat zij aan elkaar kunnen hebben’

Reos heeft de beroepsnetwerken en de themanetwerken die het de afgelopen jaren heeft begeleid overzichtelijk in kaart gebracht. “We maken hiermee zichtbaar welke groepen er in de regio actief zijn. Netwerken zien wat zij aan elkaar kunnen hebben”, zegt Marieke van Schie, adviseur Reos enthousiast. Marieke is het aanspreekpunt voor netwerkvorming en vertelt over de kansen en groeimogelijkheden van netwerken.

 “Zorgprofessionals zich steeds meer. De organisatiegraad in de eerstelijnszorg is de afgelopen jaren enorm toegenomen”, vertelt Marieke van Schie. “We hebben dit visueel gemaakt door de monodisciplinaire beroepsnetwerken en de themanetwerken in kaart te brengen. Zo krijgen zorgprofessionals én hun samenwerkingspartners inzicht in wat er is zodat je weet waar je bij zou kunnen aansluiten of met welk netwerk je samen kunt werken. De komende tijd zal deze kaart aangevuld worden met andere typen netwerken, bijvoorbeeld de multidisciplinaire netwerken die deze regio’s ook rijk zijn.”

‘De organisatiegraad in de eerstelijnszorg is de afgelopen jaren enorm toegenomen’


Geen netwerk hetzelfde
“Als je naar de netwerkkaart kijkt valt mij op dat geen netwerk hetzelfde is. Het ligt er aan wat het doel van een netwerk is. Het ene netwerk is puur om kennis en ervaring te delen, zoals het netwerk van de praktijkondersteuners somatiek. Het andere netwerk is erop gericht om gezamenlijk de zorg rondom een bepaald thema te organiseren, zoals het CVA-netwerk in Midden-Holland waarin gespecialiseerde oefen- en fysiotherapeuten hun specialisatie bekend maken richting verwijzers. Daarnaast zie je regionale beroepsnetwerken, veelal met het doel om vanuit een discipline één centrale gesprekspartner te vormen voor samenwerkingspartners.”

Netwerken doorlopen verschillende fasen
Marieke vervolgt: “Het is een misvatting om te denken dat je klaar bent zodra je een netwerk bent gestart. De zorg is dynamisch en netwerken groeien daar in mee. Netwerken doorlopen verschillende groeifasen. Reos spreekt van ‘kiem netwerken’, ‘groei netwerken’ en ‘bloei netwerken’. 

Kiem netwerk
Een netwerk wordt vaak opgestart vanuit een bepaalde emotie. Je komt bij elkaar vanuit de visie dat het anders moet. Je wilt bijvoorbeeld beter voor het voetlicht brengen wat jouw specialisatie kan toevoegen aan een zorgprogramma. Een kenmerk van een kiem netwerk is dat er wensen zijn om samen op te trekken, maar er zijn nog geen heldere doelen geformuleerd.”

Groei netwerk
“In een groeiend netwerk zie je dat deelnemers met regelmaat bijeen komen en er duidelijke afspraken zijn; er is bijvoorbeeld een huishoudelijk reglement en frequente afwezigheid van deelnemers gaat hinderen. Er is veelal nog geen langetermijnbeleid van wat het netwerk wil bereiken”, vertelt Marieke. “We kennen het voorbeeld van een groep waarbij de Reos adviseur adviseerde om beleid voor de lange termijn te maken. Maar het netwerk was veel te druk met ‘brandjes blussen’. Op een gegeven moment waren de deelnemers letterlijk uitgeblust. De energie ontbrak om nog iets op te pakken. De groep herinnerde zich het advies om meerjarenbeleid uit te stippelen en heeft dit gedaan. Met als resultaat een proactief meerjarenbeleid en deelnemers die met nieuwe energie weer bezig zijn met hun taak”.   

Bloei netwerk
Marieke besluit met de fase van een bloeiend netwerk: “Een dergelijk netwerk heeft een visie voor de lange termijn, deelname aan zo’n netwerk is veelal niet zonder contributie. Er is een duidelijke rolverdeling en het netwerk opereert zelfstandig. De deelnemers weten waar het netwerk voor staat en kan met mandaat de groep vertegenwoordigen.”

Kenmerken netwerk
Zoals dit ook geldt voor de mens,  zijn netwerken niet sec in één kader te vatten. Soms vertonen netwerken in een kiem fase een kenmerk van een bloeiend netwerk en andersom. Je ziet dat bijvoorbeeld terug bij de POH-netwerken Somatiek. Omdat er geen concurrentieverhoudingen zijn is er een grote mate van veiligheid in dit netwerk - deelnemers kunnen vrijuit spreken – terwijl dit ook typisch een kenmerk is van een ‘bloei’ netwerk.
​ 

Een sterke eerste lijn is nodig om de knelpunten in de zorg mede op te lossen’


Netwerken versterken elkaar
Belangrijk voor de toekomst is dat netwerken elkaars meerwaarde zien en elkaar gaan versterken. Marieke: “De externe ontwikkelingen maken dat je deze alleen samen kunt aanpakken. Kijk maar naar de afstemming rondom de grotere zorgvraag in ouderenzorg of de wijzigingen in de GGZ. We zien al verschillende dwarsverbanden tussen netwerken. Het netwerk oncologie fysiotherapie (NOFy) en de dietistennetwerk expertgroep Oncologie nemen succesvolle werkwijzen van elkaar over. NOFy heeft de achterban goed in beeld, dit miste de diëtistennetwerk nog. Nu hebben de diëtisten hun achterban benaderd en in kaart gebracht. De diëtisten expertgroep heeft al werkafspraken diëtetiek bij oncologie geschreven waarop de bestuursleden van NOFy reageerden ook iets dergelijks te willen maken. Een sterke eerste lijn is nodig om de knelpunten in de zorg mede op te lossen”, vertelt Marieke van Schie, adviseur van Reos. Daar maken we ons hard voor.”

De komende tijd vullen wij de netwerkkaart aan met andere typen netwerken, zoals multidisciplinair georganiseerde netwerken. Staat uw beroeps- of themanetwerk er nog niet bij? Neem contact op met Marieke van Schie.

Zorg en Zekerheid en VGZ financieren netwerkontwikkeling vanuit gelden uit de beleidsregel regionale ondersteuning eerstelijnszorg en kwaliteitsontwikkeling.

Lees ook de ‘best practices’ uit de netwerken die eerder zijn verschenen:

Netwerken monodisciplinair

Netwerken multidisciplinair

Top