Nauwe samenwerking huisartsen en cardiologen hartfalen

Hoe verbeter je de kwaliteit van zorg zodat er ook makkelijker substitutie plaats kan vinden? In de regio Zuid-Holland Noord is een nauwe samenwerking gestart tussen huisartsen en cardiologen in de zorg rond hartfalen. Over de inhoud van de zorg was al overeenstemming, opgetekend in de regionale transmurale afspraken van Knooppunt Ketenzorg. Om tot daadwerkelijke implementatie te komen was meer nodig. Reos adviseerde in 2016 de samenwerkingspartners binnen dit project over de nieuwe werkwijze en de daarvoor benodigde randvoorwaarden.  

Het probleem:
Hartfalen is een veelvoorkomende aandoening: landelijk hebben ongeveer 130.000 mensen er last van en dit aantal stijgt. Patiënten met hartfalen hebben langdurig zorg nodig en regelmatig moeten zij in het ziekenhuis worden opgenomen. Door de huisarts in te schakelen bij de controles van deze patiënten kan er sneller worden ingegrepen bij verslechtering en kunnen opnames in het ziekenhuis worden voorkomen.

De aanpak:
De projectgroep heeft in een projectplan de doelen, ieders zienswijze en afbakening van dit project omschreven. Reos werkte hierin samen met een beleidsadviseur van het Alrijne Ziekenhuis. Daarna is de verschuiving van de patiëntstromen en het effect daarvan op professionals in kaart gebracht. Er is gezamenlijk een scholing ontwikkeld en financiering voor hartfalenzorg in de huisartsenzorg is gerealiseerd. Inmiddels is met wetenschappelijke monitoring gestart om de resultaten van de verschuiving van deze zorg te meten. 

Betrokken disciplines: Cardiologen en verpleegkundig specialisten hartfalen van Alrijne Ziekenhuis en LUMC, (kader)huisartsen, praktijkondersteuners, (Zorg en Zekerheid)

Lees ook:

Resultaten

Resultaten nauwe samenwerking huisartsen en cardiologen hartfalen:

Voor de zorgverleners:

  • Zorgverleners zijn geschoold en hebben praktische handvatten voor implementatie 
  • De huisartsenzorg wordt gefinancierd voor hartfalenzorg (minimaal voor de komende twee jaar) 
  • Ontlasting van de werkdruk van cardiologen; ziekenhuizen zijn begonnen met verwijzen naar de eerstelijnszorg
  • Afgesproken is dat door metingen in het ziekenhuis en bij de huisarts wordt gekeken wat het precieze effect voor de patiënt is van deze wijze van werken. De tweede lijn is hier inmiddels mee gestart; voor de eerstelijnszorg wordt de financieringsmogelijkheid nu verkend. Draagvlak voor samenwerking bij de betrokken achterban
  • En kan substitutie makkelijker plaatsvinden.

Voor de patiënt:

  • Begeleiding op maat in de huisartsenpraktijk, in plaats van een jaarlijks bezoek aan de cardioloog
  • Voorkomen van ziekenhuisopname, doordat achteruitgang in de situatie van de patiënt tijdig wordt opgemerkt. 
Top